Pieter Teyler van der Hulst
Het huis aan de Damstraat is onlosmakelijk verbonden met Teylers Museum, het oudste museum van Nederland. Hier woonde Pieter Teyler van der Hulst (1702-1778), een rijke Haarlemse bankier en ondernemer. Samen met zijn vrouw, de Amsterdamse Helena Wijnands Verschave, kocht hij het huis in 1740. Ze woonden er 14 jaar samen, tot haar dood in 1754. Familie, vrienden en zakelijke relaties moeten er vaak op bezoek geweest zijn en Teyler heeft er ongetwijfeld met zijn vrienden naar zijn collectie tekeningen en prenten gekeken.
Overlijden
Na het overlijden van zijn vrouw liet Teyler een nieuw testament opstellen. Hij besloot het grootste deel van zijn kapitaal na te laten aan een stichting die onder meer de bevordering van kunst en wetenschap als doel had. Teylers huis moest voor altijd het hoofdkwartier van de stichting blijven en vijf vrienden moesten zijn testament gaan uitvoeren. Na Teylers dood besloten deze vrienden tot het oprichten van een museum. Achter Teylers huis werd de Ovale Zaal gebouwd, ontworpen door de jonge architect Leendert Viervant. In 1784 werd de zaal geopend. Bezoekers belden aan bij het huis aan de Damstraat, waar nu de kastelein woonde, de directeur / beheerder van het museum, die ook zelf kunstenaar was. Via de lange marmeren gang betrad je de Ovale Zaal. Hier kon je de nieuwste wetenschappelijke instrumenten aanschouwen en kunst van oude meesters én hedendaagse kunstenaars. Dat deden vele notabelen: van keizer Napoleon tot de componist Giuseppe Verdi en de Pruisische natuurvorser en ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt. Hun namen staan allemaal in de gastenboeken.
Een nieuwe entree
De kastelein deed meerdere keren per dag de deur open voor bezoekers van het museum. Omdat de collecties zich steeds meer uitbreidden, moest ook het museum groter worden: in 1885 werd het ‘Nieuwe Museum’ geopend: de Fossielen- en Instrumentenzalen, de bibliotheek en Gehoorzaal en een indrukwekkende nieuwe entree. Vanaf toen werd de ingang van het museum verplaatst naar Spaarne 16. Het verplaatsen van de ingang betekende een fundamentele verandering in het gebruik van Pieter Teylers Huis. De deur tussen de Grote Zaal in het huis en de Ovale Zaal was de grens geworden tussen het publieke deel van het museum en het deel achter de schermen. Alleen op uitdrukkelijke uitnodiging waren museumbezoekers nog welkom in het huis. In het huis waren voortaan alleen nog vergaderingen en bijeenkomsten van Teylers genootschappen en Teylers Stichting en de traditionele kunstbeschouwing, kerstvieringen en afscheidsborrels.
Later werd het pand ook als depot en als kantoor gebruikt. De directeuren bleven er wonen, waardoor het huis in de 20ste eeuw ook geschikt gemaakt werd voor het wonen met een gezin. Directeur Eric Ebbinge vertrok na zijn pensionering in 2002 uit het pand en zijn opvolger Marjan Scharloo wilde er niet wonen. Daarmee werd de vraag actueel welke zinvolle functie het huis als ‘eeuwig hoofdkwartier’ van Teylers Stichting in de toekomst zou kunnen vervullen. Het idee om het voor bezoekers open te stellen, was geboren.
Restauratie
In 2013 werd gestart met de restauratie, die gebeurde in fases. De fundering werd als eerste aangepakt. Het funderingsherstel besloeg niet alleen het huis zelf, maar ook de binnenplaatsen en tuinen eromheen én het Lorentz Lab, dat grensde aan het huis. Deze enorme klus was klaar in 2016. In plaats van enkele middeleeuwse keldermuurtjes had het huis en de directe omgeving nu een grote betonnen plaat als basis die verdere verzakking moet voorkomen. Na de opening van het Lorentz Lab in 2017 begon de concrete voorbereiding voor de grootste klus: het huis zelf. In november 2019 startte de cascorestauratie. Met dank aan een genereuze subsidie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed kon het huis duurzamer worden gemaakt dan aanvankelijk gepland. Zo zijn daken voor het eerst geïsoleerd en ramen voorzien van isolatieglas voor monumenten. Bij het in oude staat terugbrengen van de historische interieurs zijn installaties zoals leidingen, klimaatbeheersing en brandbeveiliging onzichtbaar weggewerkt. Met deze aanpassingen wordt een prettige en veilige omgeving voor het publiek gecreëerd. Ook de oorspronkelijke kleuren zijn teruggebracht. Een belangrijk uitgangspunt bij het aanbrengen van alle benodigde installaties was dat ze zoveel mogelijk onzichtbaar moesten zijn, om het authentieke karakter van het huis zo min mogelijk geweld aan te doen. Vrijwel alle installaties zijn weggewerkt tussen de vloeren en plafonds. De bekende luchtwegaanduidingen zijn zó aangebracht, dat ze uitsluitend zichtbaar zijn bij een alarm.
De bezoekerservaring
De verhalen van Pieter Teyler, zijn huis en het museum horen onverbrekelijk bij elkaar. De idealen van Teyler zijn nog steeds actueel en waar kan dit verhaal beter gedeeld worden dan in zijn eigen huis? Het actuele idee van de Verlichting dat iedereen het recht heeft te streven naar een gelukkig leven vormt dan ook het uitgangspunt van de inrichting en de programmering van het huis. Pieter Teyler geloofde dat praktische uitvindingen en ontdekkingen de beste manieren waren om de wereld tot een betere plek te maken. Door een link te leggen met het heden worden bezoekers vanaf december 2021 uitgenodigd om te reflecteren op het actuele vraagstuk van het verbeteren van de samenleving voor iedereen en de bijdrage die kunst en wetenschap daaraan kunnen leveren. In elke ruimte zal op een subtiele manier informatie te vinden zijn over de idealen van Pieter Teyler en de Verlichting, over Teyler zelf en over de mensen die zijn werk voortzetten. Het pand heeft een oppervlakte van 1.115 m2. De begane grond wordt voor iedereen toegankelijk. Op de eerste verdieping zullen groepjes bezoekers komen met rondleidingen en aan de voorkant van het huis is in Teylers mooie kamer ruimte om schoolklassen te ontvangen met programma’s in het kader van Verlichting en wereldburgerschap. In de achterkamer wordt het oude atelier van de kastelein weer ingericht om samen te tekenen aan een mooie toekomst. De kleine kamers aan het einde van de gang worden gewijd aan de collecties van Pieter Teyler zelf, waarvan een deel daar ook te bekijken zal zijn.
Miniatuurhuis
Ter gelegenheid van de opening van Pieter Teylers Huis wordt zijn huis nagebouwd (schaal 1:12) zoals het eruit zag op 8 april 1778, Pieter Teylers sterfdag. Deze exacte reconstructie in 3D wordt als het ware een maquette en poppenhuis ineen. Het miniatuurhuis, met een totale lengte van circa 3,5 meter en 75 cm breed, wordt een van de pronkstukken in Pieter Teylers Huis.
Restauratie in beeld: fotografie door Johan Nieuwenhuize
Sinds 2019 brengt kunstenaar/fotograaf Johan Nieuwenhuize in opdracht van Teylers Museum het proces van de restauratie in beeld. Vanaf half november is een selectie van zijn foto’s in het Prentenkabinet van Teylers Museum te zien. Ook worden de foto’s worden gebundeld in een publicatie met een heel bijzondere vormgeving en inhoud, die bij de opening van Pieter Teylers Huis wordt gepresenteerd.