We leven natuurlijk een beetje in het tijdperk van het doorslaan, maar laat ik me nu maar even beperken tot het thema gezondheid. Je kunt er tegenwoordig een dagtaak aan hebben om bij te houden wat je allemaal niet meer kunt eten en drinken en wat je dagelijks wél tot je moet nemen om een lang en gezond leven te leiden. We hebben onze smartphones om bij te houden hoeveel stappen we per dag zetten, hoeveel calorieën we inmiddels al hebben verorberd en verbrand en hoe het met onze bloeddruk is gesteld. We zijn de hele dag bezig met het scheiden van ons afval en proberen op allerlei manieren onze ‘footprint’ zou klein mogelijk te houden. Je zou er nog stress van krijgen.
Los van de vraag of we nu allemaal wel echt zin hebben om 90+ te worden, moeten we ons misschien meer gaan afvragen hóe we nu eigenlijk ‘oud’ willen worden. Het laatste beetje calvinist in mij zegt natuurlijk dat het leven niet alleen maar één groot feest kan zijn en dat we vooral onze verantwoordelijkheden moeten nemen. Toch wil ik ooit met een prettig gevoel die pijp aan Maarten geven, terugkijkend op een leven waarin ik vooral veel heb genoten. Of, zoals de huisarts ooit tegen mijn grootvader zei: “één borreltje per dag, is heel gezond.”
We hebben in Nederland niet echt een eetcultuur. Eigenlijk heel gek voor een land met zo’n grote voedselindustrie. Waar in andere culturen eten een heel sociale functie heeft, er altijd genoeg eten in huis is om spontaan aan te schuiven en samen eten bijdraagt aan een gezond leven, moet je met Nederlanders eerst de agenda’s trekken, weken vooruit plannen en een waslijst aan allergieën en intoleranties doorgeven. Als zoon van een hoogopgeleide horecaman uit een – inderdaad – bourgondisch nest, heeft me dat altijd hogelijk verbaasd. Grappig genoeg grossiert Nederland wel weer in heel goede restaurants, maar moet je tegenwoordig behoorlijk je portemonnee trekken voor een normale hap eten.
Als ik weer eens in Parijs ben, geniet ik enorm van die andere manier en als je een beetje de toeristenplekken vermijdt, dan kun je eigenlijk overal goed eten voor een eerlijke prijs. Ik durf het haast niet te zeggen, maar ik word daar ook altijd een soort van blij als ik iedereen gewoon nog zie roken. Dat roken ongezond is, dat weten we nu wel, maar zo af en toe een saffie is toch stiekem best wel lekker.
Als ik huisarts was, zou de eerste vraag aan mijn patiënt zijn: “Hoe gaat het met u, geniet u nog wel genoeg?” Tegenwoordig heb je, nog vóór de afspraak met je arts, al je kwalen al door moeten nemen met de triagist en wacht je vooral een preek met zaken die je beter niet meer kunt doen. Zijn we het verleerd en slaan we dan maar onze slag met kerst om weer eens uitgebreid te koken en lekker te genieten van al die ‘ongezonde’ dingen? Laten we toch oppassen dat het leven niet te saai en te serieus wordt. Voor zover we nu weten, kun je het niet meer overdoen. Het is niet voor niets dat mensen altijd meer spijt hebben van dingen die ze níet hebben gedaan, dan van de dingen die ze wél hebben gedaan. Kortom… geniet, nu het nog kan!