Erik van Muiswinkel
Erik van Muiswinkel

23

Jun

21

999

min. leestijd

On the edge

Een beetje stad heeft rafel­randen. Ruige gebiedjes, waar het serieus donker kan zijn, en waar nog niet alles is aangeharkt. Haarlem is in de 21ste eeuw zo welvarend, dat het zelfs aan die rafelranden goed toeven is.

Erik van Muiswinkel
c
o
l
u
m
n

Tussen de scherpe Spaarnebocht bij de Koudenhorn en de Waarderpolder ligt een spannend gebied, doorsneden door de zware, oudste spoorlijn van Nederland. Er middenin torent de Koepel­gevangenis boven de huizen uit. De enige in zijn soort, naast die van Breda en Arnhem (quizvraag!), maar: hij is zichzelf niet meer. De kolossale verbouwing van het stokouwe martel­huis gaat ervoor zorgen dat Haarlem een educatief en cultureel brandpunt rijker wordt: zes film- en congres­zalen, een Business University, een zwembad, winkeltjes, een hotel, een ijshal, en tientallen studenten­woningen. En maar twee zaken uit deze opsomming heb ik verzonnen.

Komende december al moeten de eerste films er gaan draaien. Ik werd uitgebreid rondgeleid door opzichter Patrick, en zag een imposant, gapend ravijn waar straks films, seminars en colleges gaan plaats­vinden. Een totaal wonder voor iemand die een schilderijtje wel recht, maar niet óp kan hangen.

De Harmenjansstraat, noordwaarts langs de Koepel, leidt langs twee nieuwe, oeroude straat­namen die de kop van het oude scheepsbouw­kwartier vormen: de Kaapstanderstraat en de Windasstraat. Dan fiets ik tot mijn verrassing langs een nog steeds springlevende Oerkap: het stadsstrandje met lounge-café en terras, waar je vanuit de trein zo jaloers naar kijkt in de hete zomer. Een spectaculair gesprek met bedrijfsleidster Inger leert me dat de Oerkap gered is en er zelfs de vervallen voormalige Drijfriemenfabriek bij krijgt. Met die extra uitbreiding kan de Oerkap als muziek- en comedy­podium gaan opereren… als alles de komende maanden gaat lukken. Het beste wat dat hoekske had kunnen overkomen, en een grote beloning voor de jonge harde werkers die zoveel in die rafelrand geïnves­teerd hebben.

Na de geduchte oversteek van de Oudeweg fiets ik de echte Harmenjansbuurt in. Vroeger een beruchte volkswijk, een van de kleur­rijkste van Haarlem. Verkrot, gesloopt, en nu herboren als de Sporthelden­buurt. State of the art nieuwbouw, een niet geringe Spaarne­boulevard (het Max Euweplein), het Droste­complex met inbouw­appartementen, en de échte pioniers­grens vlak over het hek: het Lichtfabriekcomplex.

Inmiddels is daar binnen een half jaar, naast de ruïne van het transformator­huisje, een imponerend glas-bakstenen gebouw verrezen. Er staat, heel geheimzinnig, nergens vermeld waartoe dat gebouw dient. Een buurt waar je je aan de lang verwaar­loosde rand van Haarlem eventjes in hippe wereld­steden als Rotterdam of Barcelona waant. Toerisme in eigen stad: de ideale pandemiebestrijding.

VRIENDEN VAN LEVEN! MAGAZINE

Sterrenheuvel
WordPress naar Webflow
Pronto
supercharge.studio
Bistrobar Indonesia
Avila Reizen